SV | Profeteert gijlieden niet, [zeggen zij], laat [die] profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af [van] smaadheden. |
WLC | אַל־תַּטִּ֖פוּ יַטִּיפ֑וּן לֹֽא־יַטִּ֣פוּ לָאֵ֔לֶּה לֹ֥א יִסַּ֖ג כְּלִמֹּֽות׃ |
Trans. | ’al-taṭṭifû yaṭṭîfûn lō’-yaṭṭifû lā’ēlleh lō’ yissaḡ kəlimmwōṯ: |
Profeteert gijlieden niet, [zeggen zij], laat [die] profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af [van] smaadheden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Profeteert gijlieden niet, [zeggen zij], laat [die] profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af [van] smaadheden.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!